Kamerleden spelen met kinderambassadeurs in speeltuin in Leiden

‘Geen kind speelt alleen!’ Met deze boodschap ontvingen wij op vrijdag 15 oktober diverse Kamerleden in speeltuin Zuiderkwartier in Leiden. Het doel van de middag was onze ambitie en urgentie te delen wat betreft samen spelen voor alle kinderen! Dit werkbezoek organiseerden we samen met onze medestrijders van Jantje Beton.

Samen spelen niet vanzelfsprekend

We begonnen de middag met een toelichting van Henk-Willem Laan (directeur stichting het Gehandicapte Kind) en Dave Ensberg-Kleijkers (directeur Jantje Beton). Zij legden uit dat samen spelen op dit moment lang niet voor alle kinderen vanzelfsprekend is en dat dat moet veranderen. Om dit te bereiken, is ook de inzet van de overheid noodzakelijk. Kinderambassadeur Hüseyin las een indrukwekkende brief voor waarmee hij, vanuit zijn eigen ervaring, aandacht vroeg voor de positie van kinderen met een handicap in Nederland. Deze kinderen staan nu te vaak aan de kant en kunnen niet meedoen. Dat moet veranderen!

Samen spelen in de speeltuin

Toen was het -eindelijk- tijd om lekker samen te spelen. De kinderambassadeurs Hüseyin, Pauline en Leona maakten de Kamerleden wegwijs in de speeltuin en lieten zien welke speeltoestellen en spelvormen er zijn voor alle kinderen! Sommige Kamerleden verplaatsten zichzelf in een rolstoel of gingen op een andere manier de uitdaging aan.

Na afloop van het speelmoment namen Anouk Boslooper (programmamanager Samen Spelen het Gehandicapte Kind) en Pauline van der Loo (teamleider impact Jantje Beton) de aanwezigen mee in alle ontwikkelingen van het SamenSpeelNetwerk en sloten Henk-Willem Laan en Dave Ensberg-Kleijkers de middag af met een krachtige boodschap richting de aanwezige politici:

“Inclusie begint bij kinderen, daar start bewustwording, daar start contact! Willen we een inclusieve samenleving zijn, dan moeten we bij kinderen beginnen. Investeer daarom in samenspeelplekken zodat kinderen spelenderwijs contact met elkaar kunnen maken. De hulp van de overheid kan en mag daarbij niet ontbreken. Wij blijven daarover graag met elkaar in gesprek.”